Winnaars Montaigne-wedstrijd 2024


Winnaars Montaigne-wedstrijd 2024


De jury van de Montaigne-wedstrijd ontving eenentwintig inzendingen over uiteenlopende onderwerpen, zoals de gevaren van overidentificatie, antihumanistische maatschappijkritiek, dierenrecht, vrijheid, Salduz-verhoren, Europees veiligheids- en defensiebeleid, anonieme donatie, onveiligheidsgevoel, wetenschapsfilosofie, gendertheorie, secessie, abortus, voorbehoedsmiddelen en rechtsbescherming tegen de overheid.

De jury nomineerde uiteindelijk twee van deze papers, die zich wisten te onderscheiden van de andere inzendingen. Deze twee papers gaven blijk van een uitstekende kennis over en inzicht in de behandelde materie. Ze waren bijzonder onderhoudend, genuanceerd, goed geschreven en helder gestructureerd. Arne Van Meerbeeck behaalde daarbij de eerste plaats en Lander Demonie de tweede plaats.


“Omgaan met uitzonderlijke situaties in de Belgische Grondwet. Over de coronapandemie en de toekomst van artikel 187 Gw.”

“Omgaan met uitzonderlijke situaties in de Belgische Grondwet. Over de coronapandemie en de toekomst van artikel 187 Gw.” werd geschreven door Arne Van Meerbeeck, een student rechten aan de KU Leuven. De thesis onderzoekt in welke mate het coronabeleid en zijn vergaande maatregelen op gespannen voet staan met het verbod op de noodtoestand uit artikel 187 van de Belgische Grondwet. Die grondwettelijke analyse wordt, samen met een beschrijvend onderzoek naar de wijze waarop men in het Belgisch staatsrecht zowel thans als historisch gezien met uitzonderlijke omstandigheden omgaat, meegenomen in een eerder rechtsfilosofische beschouwing aangaande de wijze waarop de Belgische Grondwet in de toekomst met dergelijke uitzonderlijke omstandigheden zou moeten omgaan.

“Goal of the Paralogismen in Kants Kritik der reinen Vernunft

“Goal of the Paralogismen in Kants Kritik der reinen Vernunft” werd geschreven door Lander Demonie, een student wijsbegeerte aan de UGent. In deze paper bespreekt hij Immanuel Kants kritiek op psychologie – opgevat als zielenleer: de studie die de ziel opvat als object van kennis, d.i. een object waaraan we bepaalde eigenschappen kunnen toekennen – in de Kritik der reinen Vernunft (1781/1787). De stelling die hij met behulp van Kant tracht te verdedigen, is dat deze kritiek op (rationele) psychologie gelezen kan worden als een kritiek op idealistische filosofen, René Descartes als voorbeeld, die het ‘ik denk’ opvatten als het enige fundament voor onze kennis, en van waaruit we ‘de wereld buiten ons’ kunnen afleiden.